- Let en reageer op signalen dat je baby moe is, zoals geeuwen, wrijven in de ogen, aanraken van de oren, huilen en jammeren.
- Laat je baby het verschil zien tussen overdag (actief zijn, licht, geluid, opwinding) en 's avonds (kalmte, donker, stilte) zodat hij/zij de signalen voor bedtijd leert herkennen.
- Voeg een rustig en stil half uur in, voordat je begint met het bedritueel van je baby en voed hem/haar (indien mogelijk) — hongerige baby's slapen slecht.
- Probeer je baby een warm bad te geven, gevolgd door een zachte massage.
- Doe hem/haar een pyjama en een schone luier aan.
- Lees een verhaaltje voor het slapengaan en zing eventueel een slaapliedje.
- Wens iedereen welterusten (inclusief het knuffelbeest) en geef ze een nachtzoen.
- Zeg dezelfde ‘welterusten’ als je hem/haar neerlegt, zo creëer je een vertrouwd slaapsignaal.
- Leg je baby neer zodra je merkt dat hij/zij doezelig wordt, in plaats van te wachten tot hij/zij echt slaapt.
- Onthoud dat consistentie het geheim van een goed ritueel is, niet perfectie.
- Ontdek hier hoeveel slaap je baby nodig heeft.