Tips voor slimme tussendoortjes

Hoewel je tussendoortjes misschien associeert met calorierijke, zoute snacks die volwassenen vaak eten, kunnen tussendoortjes iets goeds opleveren voor je peuter als je het slim aanpakt. 'Mini-maaltijden' horen essentiële voedingsstoffen te bevatten en onderdeel te zijn van een evenwichtige voeding. Ze zijn niet alleen bedoeld om zijn honger te stillen of een eerdere maaltijd, waarbij hij niet genoeg gegeten heeft, te compenseren. 

Naarmate je peuter zelfstandiger wordt en zelf leert eten, wordt het steeds belangrijker dat je hem stimuleert om gezond te eten. Een peuter is actief en niet altijd geïnteresseerd om te stoppen met spelen als het etenstijd is. Je zult merken dat zijn eetlust van maaltijd tot maaltijd en van dag tot dag varieert. Als hij bij een maaltijd minder eet, is het niet nodig om hem achter de broek te zitten om hem 'nog één hapje' te laten nemen. Hij compenseert dit later wel weer, met een tussendoortje of bij het avondeten, en anders is er morgen weer een dag. Denk altijd aan de principes van responsief voeden (voeden op verzoek) en let op zijn honger- en verzadigingssignalen, die hij naarmate hij ouder wordt steeds beter kan verwoorden. 

Melk is belangrijk 

Hoewel melk nog maar voor een deel in de calorieën voorziet die je peuter nodig heeft, speelt melk nog steeds een belangrijke rol in de voeding van je kleintje. Moedermelk, koemelk en groeimelk bevatten calcium die hij nodigt heeft om sterke botten te krijgen. Als je peuter tussen de 12 en 18 maanden oud is, voorziet melk nog in ongeveer 30% van de calorieën die je dreumes elke dag nodig heeft. Door melk bij maaltijden en mini-maaltijden te geven, zorg je ervoor dat hij hiervan voldoende binnenkrijgt. 

Hoe haal je het maximale uit 'mini-maaltijden'? 

• Wel doen: tussen de maaltijden door voedzame hapjes geven. Als volwassene denk je misschien dat het gezond is om tussendoortjes te vermijden, omdat je denkt dat ze veel suiker en zout bevatten. Maar met hun kleine buikjes hebben peuters ook hapjes tussen de hoofdmaaltijden nodig. 
• Niet doen: tussendoortjes zien als maagvulling, traktatie of iets om je peuter rustig te houden. 

• Wel doen: alle maaltijden en mini-maaltijden in een veilige omgeving onder toezicht geven, terwijl je peuter in een kinderstoel zit. 
• Niet doen: hem laten eten terwijl hij speelt of afgeleid wordt door een scherm. 

• Wel doen: als eerste aan groenten en fruit denken! Fruit en groenten vormen een zeer voedzame basis voor al je mini-maaltijden. 
• Niet doen: je peuter hapjes geven die veel suiker of zout bevatten, zoals veel van de tussendoortjes die volwassenen eten. 

• Wel doen: altijd water bij het eten geven. Zorg dat hij voldoende drinkt door hem bij alle maaltijden en mini-maaltijden water te geven. 
• Niet doen: hem met suiker gezoete drankjes geven. 

• Wel doen: op vaste tijden tussendoortjes geven. Dit stimuleert een gezonde eetroutine. Houd daarbij altijd de principes van responsief voeden (voeden op verzoek) in de gaten. Als je peuter zijn gebruikelijke snacktijd mist omdat hij extra lang heeft geslapen en hongersignalen vertoont wanneer hij wakker wordt, dan mag je hem gerust een tussendoortje geven. 
• Niet doen: de hele dag door tussendoortjes geven, waardoor hij bij de maaltijden misschien geen honger heeft. 

• Wel doen: ook aan smaak en textuur denken. Doe wat je ook bij de hoofdmaaltijden doet: blijf nieuwe hapjes uitproberen en geef ze in verschillende en aan de leeftijd aangepaste texturen. 
• Niet doen: hapjes geven die verstikkingsgevaar kunnen opleveren. Geef geen hele druiven, harde stukken ongekookte groente, ongesneden cherrytomaatjes, stukken of schijven appel, hotdogs, worstjes, popcorn, hompen pindakaas, hele noten of zaden. Geef nooit grote stukken, wat je hem ook geeft.